"Osmose" is de eerste roman van Helen Knopper.
Waar osmose het doordringen van twee vloeistoffen door poreuze wanden
betekent, bedoelt Helen Knopper hier een osmose, geënt op menselijke
relaties. Het is haar hoofdpersonen niet mogelijk zich los te maken
uit een bestaande, door anderen gecreëerde situatie. Toekomstige
verhoudingen zullen getekend en vertekend zijn door de voorafgaande,
terwijl het herinneringsvermogen hen belet personen en gebeurtenissen
weg te vagen alsof zij nimmer bestonden.
Bo, de man met macht over vrouwen, de uit haar vredig wereldje
losgeslagen Kim, Ludmilla en Anna willen niettemin een nieuw leven
beginnen. Maar niets is zeker en zonder bepaalde bestemming gaan
zij uiteen...
Helen Knopper is jong en debuteerde in enkele letterkundige
tijdschriften, onder meer in De Gids en Maatstaf, met 'bepaald goede
korte verhalen in bijna mannelijk proza, heftig van toon en
geschreven vanuit een voortdurende protesthouding'
(Wim Gijsen in het Utrechtsch Nieuwsblad).
In december 1965 verscheen in de poeziereeks De Ceder haar bundel
"Emotioneel Esperanto": 'hier is iemand die zich van meet af op het
metier bezonnen heeft en die ook wel iets eigens op een eigen
wijze weet te zeggen' (Provinciale Zeeuwse Courant).
---
Aldus de flaptekst van de Meulenhoff Editie E 103
die in 1966 verscheen.